Hemel en hel (3) – Zijn we gevoelig genoeg voor machtsmisbruik?

In het gesprek over hemel en hel lijkt me ook de toon van belang. De kerk heeft nogal een geschiedenis als het gaat om hemel en hel.

Hierbij vraag ik mij af of we wel voldoende gevoeligheid hebben ontwikkeld voor het machtsmisbruik die al snel wordt geassocieerd met “heftige” opvattingen uit de christelijke traditie? Zo ook het machtsmisbruik en de “onvrijheid” waarmee mensen – vroeger en nu – onder de duim worden gehouden met de angst voor de hel.

En dit heeft ook zo z’n effect gehad op de mensen die we dagelijks tegenkomen. Zoals een voor de hand liggende reactie die ik ook vaak heb gehoord: “je zegt wel dat ik een vrije wil heb, maar wanneer er een hel dreigt heb ik geen gevoel dat ik nog vrij ben om te kiezen.”

Gelukkig proberen we dit wel te herkaderen en doen we pogingen (zoals ook Chan en Galli gelukkig doen) maar volgens mij schiet dit nog enorm tekort.

En hiermee probeer ik ook kritisch te zijn op mezelf, want als “blogger” en “roeper” loop ik dit risico ook. Ik zeg wel dat je hier altijd mag reageren en dat je altijd reactie krijg, maar besef ik wel voldoende dat mijn roepen hier mensen af kan schrikken? Laat het me gerust weten.

Ik vraag me af of we voldoende hebben geleerd van de postmoderne reactie op de geweldadigheden van de vorige eeuw. Daar zit in mijn optiek een les in die ik in dit gesprek maar niet kan bespeuren.

Wij kunnen hier en nu geen mensen uitsluiten als het gaat om hel en hemel. Niet in ons gesprek en niet in ons denken. Dat oordeel ligt bij God. En Hij is rechtvaardig. We zullen wel een praktische uitweg moeten vinden in hoe wij als kerk hier invulling aan geven. En dit vraagt om een bredere en diepere bezinning.

Maar wat betreft ons denken over de toekomstige wereldfinale blijft er een kans dat “oordeel en hel” hierin een symbolische en/of een geografische plek of welke plek dan ook krijgen. Maar blijkbaar kunnen wij hier maar moeilijk op een liefdevolle manier over spreken die zowel recht doet aan Gods geheimenis als aan onze verbondenheid met onze naaste.

Ik kan nog heel veel roepen over bijbelbenadering en literaire wijzen van spreken van de bijbel, maar dat doe ik niet. Het is niet nuttig en ik wil niet meer zeggen dan ik kan verantwoorden. Dat laat ik graag aan anderen over. Ik heb een ander punt te maken. Dat heef alles te maken met de relationele ethiek waarin we deze dingen bespreken. Dit heeft ook effect heeft op de inhoudelijke discussie.

Als we deze les niet leren uit de geschiedenis stappen we zomaar weer in dezelfde val van machtsmisbruik. Daar is de kerk helaas heel goed in geworden. Tot mijn verdriet… En dan heb ik het over de breedte van de “hele” kerk. Dan gaat het in dit geval over machtsmisbruik van woorden. We “koloniseren” gerust door, maar dan met subtielere middelen. Ik besef mijn extreme woorden en het gevaar dat ze nu uit hun emotionele en betekenisvolle context worden geciteerd, maar dit zie ik als kiem voor het kwade wat zomaar weer kan opgroeien en wat ik graag bij de kop wil indrukken. Met spijt voor mijn gewelddadige uitdrukking hierbij…

Maar de gevoeligheid voor machtsmisbruik is iets wat veel postmodernen ons hebben geleerd en waar we blijkbaar niet goed naar hebben geluisterd.

10 reacties op ‘Hemel en hel (3) – Zijn we gevoelig genoeg voor machtsmisbruik?

  1. Ik ben het helemaal eens met het probleem van machtsmisbruik.
    In de top-10 van reacties op mijn standpunt (alverzoening) zit de vraag hoe je dan mensen kunt bekeren als je niet kunt dreigen met de hel. Natuurlijk anders geformuleerd. Want je kunt natuurlijk niet zeggen dat je er “toch wel komt”.

    Misschien moeten `de kerk’ ook op dit punt een andere houding aannemen. Moeten we mensen die goed proberen te leven voorhouden dat ze een probleem hebben, of moeten we de dreiging van de straf richten op mensen die slecht leven? Groeiden de eerste gemeenten omdat Paulus zo indrukwekkend kon vertellen over de straf van God, of omdat de liefdevolle houding van de gemeente velen aansprak? Hypothetisch natuurlijk, ik weet het niet precies, maar misschien moet je de vraag “Ga ik dan naar die hel van jullie?” anders beantwoorden. Ironisch genoeg geeft de gelijkenis van de schapen en de bokken hier een opening: doe gewoon het goede. En als je in de toekomst ook gelooft dat God je door Christus al lang heeft gered, dan is dat mooi meegenomen, toch?

    • Reclusius schreef:

      Ik geloof, en die visie schijnt in de oosterse Kerken gemeengoed te zijn, dat de aanschouwing Gods in de hemel, het reinigende ‘vuur’ van het purgatorium en het hellevuur in feite één en hetzelfde fenomeen zijn; God’s liefde. Naarmate je eigen toestand zul je dat als één der voorgaande zaken ervaren.

      Áls je mensen ergens op wil voorbereiden, dan zou je ze kunnen vragen om voor te stellen wat het met je doet als je een ongelooflijke hoeveelheid pure liefde over je heen krijgt. In dit leven is het ontvangen van liefde al moeilijk en stiekem zijn we maar wat blij dat deze dan inderdaad vaak niet onbaatzuchtig is. Het stelt ons teleur en gerust tegelijk.

      En verder zou men zich misschien moeten realiseren dat op dit moment veel mensen Christus nog niet nodig denken te heben, wat makkelijk is als je bedenkt dat onze maatschappij nog steeds ten diepste draait op het Christendom. Men wil wel de ‘ongevaarlijke’ stukjes aannemen, maar niet het geheel.

      • Dit spreekt me erg aan Anthony! Ik zou het willen geloven! Het zou zo maar kunnen.

        Die ongelofelijke pure liefde zie ik ook tegemoet en dat dit ontwapenend en louterend zal zijn, geloof ik ook. Maar hoe…

        Doet me ook denken aan wat Paulus zegt over de rechterstoel van Christus waar het vuur zal doen blijken of er met goud is gebouwd op het fundament. Ook in de brief van Petrus lees ik de metafoor van de loutering.

        Soms zou ik zo graag willen zien wat er in het hart van God is voor mij en voor onze medemens. Maar ik ben bang dat ik ook dat niet kan verdragen.

        Het zijn mooie beelden om het mysterie te benaderen.

        Dank voor je bijdrage en met vriendelijke groet,

        Ronald

  2. Geen direct inhoudelijk betoog maar een gedicht waarin ik probeer een dillema te schetsen rondom hel,vrije wil, en discipelschap in relatie tot de tweede wereldoorlog. immers ook een veel gebruikt thema in de discussie over de vraag:”Waar was God toen?”

    De Hel

    Hij bestormde als in een blitzkrieg
    De poort van de hemel
    En klopte er verbeten aan
    En je zag de apostelen allemaal kijken
    Toen petrus zei:”Laat hem maar staan.

    want dat is de man van miljoenen doden
    de duivel in eigen persoon
    (en) tot op vandaag heeft ie z’n snor niet geschoren,
    zijn kleren zijn zelfs nu niet schoon.

    het bloed van zijn rijk kleeft nog steeds aan zijn handen,
    Laat hem maar buiten hij komt er niet in
    De poort blijft vandaag maar op slot
    De hemel verleent aan hem geen clementie
    Ik wil geen problemen met God.

    het bloed van zijn rijk kleeft nog steeds aan zijn handen,
    er is geen vergeving voor hem
    want hij gaf zijn ja woord om joden te doden
    ontnam zo miljoenen hun stem”

    Hij klopte terecht tevergeefs aan de poorten
    en maakte van oorlog een spel
    waar hij kon beslissen over leven of dood
    over : Jij en ik niet ,. . . .maar zij wel.

    Hij bestormde brutaalweg
    De poort van de hemel
    En klopte er tevergeefs aan
    En je zag de apostelen allemaal kijken
    Toen petrus zei: “Laat hem maar staan….

    Het bloed van zijn rijk kleeft nog steeds aan zijn handen
    De poort blijft vandaag maar op slot
    De Hemel verleent aan hem geen clementie
    Ik wil geen problemen met God”

    • Een heftig gedicht, Juko! En zo menselijk voorstelbaar. Ik vertrouw erop dat het recht zal zegevieren, maar hoe, weet ik niet.

      Heb je al een datum voor een date?

      groetjes!

  3. Reclusius schreef:

    Goede Ronald,

    Allereerst waardeer ik je antwoorden erg, we schijnen op het moment in tegenovergestelde fases in ons leven te zitten. Vermits er een basaal respect is, en dat is er en meer dan dat, kan dat boeiende gesprekken opleveren. 🙂

    Maar laat ik eens de ‘advocatus diabolus’ spelen. 😛
    Ik heb wat moeite met grote woorden als ‘machtsmisbruik’. Niet dat ik moeite heb met ‘heftige’ woorden an sich. Ik vind het bijvoorbeeld niet erg dat in de Heidelbergse Catechismus de ‘Paapsche Mis’ een ‘vervloekte afgoderij’ wordt genoemd. Dat is tenminste helder. 😉 Wat ik wél erg vind is dat er een onwaarheid wordt verteld (Christus wordt níet hérofferd in de H. Mis). Stijl is niet onbelangrijk, want natuurlijk is er ook een verband met de inhoud, ‘toon, ‘muziek’ enz. 😉

    Toch gaat het er uiteindelijk om of iets waar is of niet (en dan komt de dogmatische discussie weer om de hoek kijken, dat is onvermijdelijk). Misschien herinner je je nog wel de discussie rondom het document ‘Dominus Iesus’, uitgegeven door de Congregatie v/d Geloofsleer, in de volksmond nog steeds wel de Inquisitie genoemd. 😉 Daarin stond kort en goed dat de verschillende Protestantse gemeenschappen vanuit katholiek perspectief niet volledig ‘Kerk’ konden worden genoemd, omdat, vanuit het katholiek objectief Kerkverstaan, het ‘Kerk-zijn’ zich centreert rondom de zeven sacramenten. Het document was, zoals men kan verwachten uit die hoek, technisch en rationeel van aard. De reactie vanuit de ‘kleine oecumene’ (GKv,NGK,CGK) en de bevindelijke Protestanten was heel respectvol, men begreep dat spraakgebruik. De PKN echter begon meteen te steigeren: “Boehoe, de katholieken vinden ons geen Kerk”. En dit terwijl juist de Statenvertaling het organisch gegroeide woord ‘kerk’ consequent heeft vertaald met het neologisme ‘gemeente’.

    Ik bedoel maar te zeggen dat in het gebruik van de term ‘machtsmisbruik’ een waarheidsclaim verborgen zit. Wat op zich niet erg is, maar dan moet je deze ook volledig ondersteunen in je betoog en het niet afdoen met: “Ik kan nog heel veel roepen over bijbelbenadering en literaire wijzen van spreken van de bijbel, maar dat doe ik niet. Het is niet nuttig en ik wil niet meer zeggen dan ik kan verantwoorden.” De toon van de groep ‘machtsmisbruikers’ die je hier aanspreekt zou immers volledig gerechtvaardigd zijn als het klopt wat ze zeggen, nl. dat iedereen die niet beaamt dat ‘JezusChristusookvoormijnzondengestorvenis’ met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de hel beland. Vanuit dat perspectief bezien zijn het juist erg bezorgde mensen, die er misschien zelfs erg onder lijden.

    Dus ja, hoe dan ook is de dogmatische discusie onvermijdelijk, hoe men ook probeert deze te ontwijken. 😉

    • Hoi Anthony,

      Ik merk dat ik meer dan anderen mij begeef op het betrekkingsniveau van de communicatie. Ook als ik het heb over machtsmisbruik, dan begeeft ik mij vooral op het niveau van betrekking.

      Nu stel jij dat er een waarheidsclaim verborgen zit in het gebruik van de term “machtsmisbruik”.

      Ik ben ook zeker niet tegen een dogmatische discussie. Ik wil deze zeker niet ontwijken, maar de katholieke ruimte tussen dogma en pastorale toepassing – zoals ik Antoine Bodar ooit hoorde zeggen – is niet overal aanwezig. Dat maakt het lastig, merk ik.

      Want waarheid kan alleen gedijen in een omgeving waar de liefde ook gedijt. Is mijn indruk.

      Dus als de waarheid – hoe waar ook – wordt gebruikt om anderen de oren te wassen, noem ik dit ook machtsmisbruik. Daar hoef ik toch geen voorbeelden bij te noemen?

      Je zegt “de toon van de groep ‘machtsmisbruikers’ die je hier aanspreekt zou immers volledig gerechtvaardigd zijn als het klopt wat ze zeggen”. Ik zou hieraan willen toevoegen als het gepaard gaat met liefde.

      Je noemt immers al zelf “bezorgdheid” en “lijden”. Ik zou er ook nog “compassie” en “relatie” aan willen toevoegen. Dit zijn woorden die een prima context bieden voor een goede omgang met “de waarheid”.

      Volgens mij zitten we wel dicht bij elkaar met deze opvatting. Maar ben ik misschien erg sfeergevoelig 😉

      vriendelijke groet,

      Ronald

      • Reclusius schreef:

        “Nu stel jij dat er een waarheidsclaim verborgen zit in het gebruik van de term “machtsmisbruik”. ”

        Uiteraard, maar dat is slechts een kwestie van logica; ‘misbruik’ kan alleen gedefiniëerd worden t.o.v. een moraal die impliciet of expliciet als ‘waar’ wordt beschouwd. 😉 Daar is niets mis mee, maar het is goed als het impliciete soms kracht bij wordt gezet en expliciet wordt gemaakt. Een ‘groot verhaal’ kan alleen succesvol worden afgebroken door een nieuw en beter ‘groot verhaal’ ook al is het goed vermomd.

        Wat mij geraakt heeft is denk ik dit; in de katholieke wereld dient de term ‘machtsmisbruik’ vooral om de discussie uit de weg te gaan en zwartepieten uit te delen. Op zichzelf natuurlijk een goude greep; zeg gewoon dat de ander ‘gemeen’ is en dan hoeft men het ook niet meer over z’n argumenten te hebben. Op deze wijze is het gebruik van een dergelijke term zélf ‘machtsmisbruik’ geworden. (weliswaar gemeten v.u. de moraal welke ik aanhang). Want om het even zwartwit aan te zetten; als Adolf Hitler zegt ‘1+1=2’ terwijl moeder Theresa zegt: ‘1+1=3’, dan is de tweede weliswaar een oneindig beter mens, maar de eerste had wel gelijk op dit punt.

        “Dus als de waarheid – hoe waar ook – wordt gebruikt om anderen de oren te wassen, noem ik dit ook machtsmisbruik. Daar hoef ik toch geen voorbeelden bij te noemen?”

        Je gebruikt de term en je verondersteld een wederzijds gevoel voor wat die term inhoudt. Dat vind ik sympathiek, en ik denk inderdaad dat als we er iets langer over doorpraten en we een lijstje zouden maken met een top 10 machtsmisbruik, de resultaten aardig overeen zouden komen. Maar toch, en misschien is dat wel de blinde vlek van veel postmodernisten, als er een decentralisering van begrippen wordt aangemoedigd, dan heeft dat óók een decentralisering van taal als gevolg.

        M.a.w. Ik denk dat ik je versta, ik heb een gevoel dat ik erbij in de buurt kom, maar is het ook werkelijk zo? Als elk mens een micro-universum is, dan is het bijna een doodzonde om te veronderstellen dat de ‘ander’ wel begrijpt wat je bedoelt.

        “Volgens mij zitten we wel dicht bij elkaar met deze opvatting.”

        Oh ja, per saldo wel denk ik, ik wilde slechts wat puntjes op de i zetten. 😉

        “Maar ben ik misschien erg sfeergevoelig.”

        Heel goed. Ik heb soms het gevoel dat ik me op dat gebied misschien teveel heb moeten afschermen. Dat is bepaald niet ideaal, maar soms heb je de keuze tussen doorstrompelen of helemaal opgeven, en dan kies ik toch voor het eerste.

  4. Reclusius schreef:

    Beste Ronald,

    Je begrijpt misschien wel dat dit:

    “Dit spreekt me erg aan Anthony! Ik zou het willen geloven! Het zou zo maar kunnen.”

    Me nieuwsgierig maakt. 😉 Ik begrijp heel goed, en dat heb je misschien ook wel gemerkt, dat hele reëele grenzen van tijd en ruimte je weerhouden om dit helemaal uit te diepen, maar laat ik me dan beperken tot deze vraag (dus puur uit nieuwsgierigheid) en de toezegging dat ik er niet op door zal vragen; wat houdt je tegen (behalve het ‘purgatorium’ stuk, dat begrijp ik 😉 ) om dat te kunnen geloven?

  5. Beste Anthony,

    Als je het hebt over Gods liefde dan is er veel geloof bij mij. Hoe meer je dit centraal stelt hoe meer ik dit geloof, merk ik. Mijn zwak geloven komt naar voren bij een al te concrete invulling van Gods liefde, merk ik en idd met woorden hoe het er straks allemaal uit zal zien. Dat neemt niet weg dat het allemaal zo kan zijn. Ik wijs niets af. Ik geloof in één en al liefde straks, zelfs als er een rechtvaardig oordeel plaatsvind. Dus zover kan ik met je meekomen.

    Kan je dit volgens?

    groetjes,

    Ronald

Geef een reactie op Reclusius Reactie annuleren